Johannes van Damascus

 

Patroon van onze gemeenschap is Johannes van Damascus. In de 9e eeuw was hij als christen een hoge ambtenaar aan het hof van de kalief in het islamitische Damascus. Later werd hij monnik in het klooster van Sint Sabbas bij Jeruzalem. Hij was een veelzijdig mens. Hij schreef vele gedichten, die ook nu nog in de liturgie worden gezongen. Tijdens de Iconenstrijd was hij een groot verdediger van iconen. Johannes van Damascus vond dat iconen goed uitdrukten dat God tastbaar onder ons aanwezig is. Zo vinden wij ook dat God zich in elk mens ‘laat zien’. Ieder mens is een icoon, geschapen als hij of zij is ‘naar Gods beeld’. 

De preek die Johan Meijer gaf op het Johannes van Damascusfeest op 9 december 2012, in ons 35-jarig jubileumjaar, geeft goed aan wat zijn betekenis voor ons is:

Lieve mensen,

Dit jaar hebben we  het vijfendertigste jaar van onze kapelgemeenschap gevierd. Het was een mooie dag. We hebben wat teruggekeken naar de afgelopen jaren, en dat deed ons goed. Ik moet u zeggen, ik ben daar nog wel even mee bezig. Steeds kom ik weer gezichten en foto’s van mensen tegen, en dan denk ik: wat hebben die toch veel voor ons betekend… 

Als je zo maar eens even gaat staan bij die ‘gedachtenis-nis’ hiernaast, waar de portretten hangen van degenen die ons zijn ontvallen: allemaal mensen die ons dierbaar waren, en van wie we een stukje evangelie hebben mogen leren, hoe zij met het leven omgingen en ons daarin een voorbeeld waren.

Ja, dat feest was een dag van bezinning en dankbaar herinneren… Vijfendertig jaar dat mensen aan elkaar vreugde beleven… mensen, die elkaar vriendschap, steun en liefde hebben gegeven….  En met elkaar iets beleefden van die Blijde Boodschap, die Jezus van Nazareth ons gaf.

Daarom is het goed dat we vandaag nog even dat Feest, zijn feest vieren. En in het evangelie horen wat Johannes van Damascus ons te zeggen heeft: laat je geen rabbi noemen, laat je geen vader noemen… (mt 23:8-12) Waarom doen we dat dan toch? Gek, dat we daar niet van los komen. En we hebben het ook niet nodig. We hebben maar één vader; die mag je Vader noemen, Abba, pappa, onze Vader.

Zo willen we doorgaan, in die Geest. Leef als geestelijke mensen, zegt Paulus ons in de eerste lezing (1 Kor 2:10-16). Maak je niet druk over allerlei onbenullige zaken, wie de eerste is, de grootste, de knapste… dat is allemaal niet belangrijk. Nee, we zijn gelijken onder elkaar. Allemaal lieve mensen, die in oprechtheid met elkaar omgaan, samen werken en samen zorgen. Mensen, waar we ook samen treuren als iemand verdriet heeft of ziek is, maar waar we ook met elkaar blij kunnen zijn.

Zo houden we ook onze patroon, Johannes van Damascus, in ere: in mensengezichten kijkt God ons aan. We hoorden het straks bij de icoonwijding. Dat heeft hij ons geleerd, al 35 jaar. Dat is onze kapelgemeenschap. Mensen die elkaar met genegenheid aankijken. Elke dag!

Amen